vermogen - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ver-mo-gen
1. kracht om iets te doen
♢ deze auto heeft een vermogen van 20 pk
2. al je bezittingen samen
♢ zijn vermogen is de laatste jaren alleen maar gegroeid
3. grote hoeveelheid bezittingen
♢ Roald heeft in tien jaar tijd een vermogen bij elkaar gespaard
4. wat je kunt
♢ mensen hebben het vermogen om te denken
Zelfstandig naamwoord: ver-mo-gen
het vermogen
de vermogens
Synoniemen
capaciteit, macht, potentie
Tegenstellingen
onvermogen
Gepubliceerd op 14-11-2017
vermogen
betekenis & definitie