Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

ver

betekenis & definitie

ver - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, woorddeel

1. op grote afstand
♢ Marokko ligt ver hier vandaan
1. hij zal het nog ver brengen
[veel bereiken]
2. dat gaat te ver
[dat mag echt niet]
3. ik vind dat ver gezocht
[het ligt niet voor de hand]
4. het ver schoppen
[veel bereiken]
5. van verre zag ik hem
[toen ik nog ver bij hem vandaan was]
6. dat is verre van aardig
[helemaal niet aardig]
7. het voert te ver om hierop in te gaan
[we dwalen dan te veel af]
8. dan zijn we nog verder van huis
[dan zijn we in nog grotere moeilijkheden]
9. hij is al veel verder dan ik
[heeft al meer gedaan]
10. dat is ver van mijn bed
[daar voel ik me niet bij betrokken]
11. iets te ver doordrijven
[er te lang mee doorgaan]
12. ver heen zijn
[stomdronken zijn]
13. van heinde en verre
[overal vandaan]
14. wat je van ver haalt, is lekker
[wat van ver komt, wordt vaak meer gewaardeerd]
15. niet verder kijken dan je neus lang is
[kortzichtig zijn]
16. in de verste verte niet
[absoluut niet]
2. op grote afstand in de tijd
♢ in een ver verleden woonde mijn opa hier
1. zijn tijd ver vooruit zijn
[zeer modern zijn]
3. niet nauw met elkaar verwant
♢ wij zijn nog verre neven van elkaar

1. op een gevorderd punt
♢ Tim zal nog ver komen in het leven
1. het ver schoppen
[veel bereiken]
2. daar komen wij niet verder mee
[daar hebben we niets aan]
2. in hoge mate
♢ wij zijn ver in de minderheid

1. .... maken of worden
♢ verarmen = armer worden
2. anders maken door te ...
♢ verbouwen = anders maken door te bouwen

Algemene uitdrukkingen:
1. dat het zó ver kan komen
[verzuchting als iemand in slechte omstandigheden verkeert, of slechte dingen doet]
Bijvoeglijk naamwoord: ver
... is verder dan ...
het verst
de/het verre ...

Bijwoord: ver

Woorddeel: ver-

Synoniemen
veraf, verre

Tegenstellingen
dichtbij, nabij