veeg - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
1. in doodsgevaar verkerend
♢ hij kon ternauwernood het vege lijf redden
1. een veeg teken
[het belooft niet veel goeds]
1. beweging van iemand die iets ergens vanaf schuift
♢ met één veeg waren de kruimels van tafel
1. een veeg uit de pan
[een scherp verwijt]
2. vlek of streep die door vegen ontstaan is
♢ er zaten lelijke vegen op de witte muur
Bijvoeglijk naamwoord: veeg
Zelfstandig naamwoord: veeg
de veeg
de vegen
het veegje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.