uitvoeren

betekenis & definitie

uitvoeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-voe-ren

1. naar het buitenland brengen
♢ de meeste tomaten worden uitgevoerd
2. het (volgens plan) maken of doen
♢ wie moet deze werkzaamheden uitvoeren?
1. wat voeren jullie daar uit?
[wat doen jullie voor stoute of slechte dingen]
2. je hebt vandaag niets uitgevoerd
[niets gedaan]
3. vertonen of aan publiek laten horen
♢ zij voeren een werk van Mozart uit

Regelmatig werkwoord: uit-voe-ren
ik voer uit (... ik uitvoer)
jij/u voert uit (... jij uitvoert)
hij/zij voert uit (... hij uitvoert)
wij/zij/jullie voeren uit (... wij uitvoeren)
ik/jij/u/hij/zij voerde uit (... ik uitvoerde)
wij/zij/jullie voerden uit (... wij uitvoerden)
hij heeft uitgevoerd
de/het/een uitgevoerde ....
uitvoerend, uitvoerende

Synoniemen
bedrijven, concretiseren, exporteren, klaarmaken, opknappen, presteren, realiseren, verrichten, vertolken, verwezenlijken, weergeven

Tegenstellingen
importeren, invoeren