troef - zelfstandig naamwoord
1. speelkaart die aangeeft welke figuur een hogere waarde heeft
♢ bij dit spelletje klaverjassen is schoppen troef
1. je laatste troef uitspelen
[je laatste kans gebruiken]
2. het is daar armoe troef
[grote armoede]
3. veel troeven in handen hebben
[doorslaggevende argumenten]
4. zijn laatste troef uitspelen
[gebruikmaken van zijn laatste kans]
Zelfstandig naamwoord: troef
de troef
de troeven
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk