tegenvallen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: te-gen-val-len
1. niet zo mooi of leuk of veel zijn als verwacht werd
♢ de opbrengst van de gouden ketting viel tegen
Onregelmatig werkwoord: te-gen-val-len
ik val tegen (... ik tegenval)
jij/u valt tegen (... jij tegenvalt)
hij/zij valt tegen (... hij tegenvalt)
wij/zij/jullie vallen tegen (... wij tegenvallen)
ik/jij/u/hij/zij viel tegen (... ik tegenviel)
wij/zij/jullie vielen tegen (... wij tegenvielen)
hij is tegengevallen
de/het/een tegengevallen ....
tegenvallend, tegenvallende
Tegenstellingen
meevallen
Gepubliceerd op 14-11-2017
tegenvallen
betekenis & definitie