spuiten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: spui-ten
1. vloeistof met kracht door een nauwe opening naar buiten persen
♢ buurman Mathieu spuit zijn auto in een andere kleur
2. ergens met kracht uit komen
♢ het bloed spoot uit de kapotte slagader
3. drugs gebruiken door jezelf injecties te geven
♢ hij snuift niet alleen, hij spuit ook
Onregelmatig werkwoord: spui-ten
ik spuit
jij/u spuit
hij/zij spuit
wij/zij/jullie spuiten
ik/jij/u/hij/zij spoot
wij/zij/jullie spoten
hij heeft gespoten
de/het/een gespoten ....
spuitend, spuitende
Gepubliceerd op 14-11-2017
spuiten
betekenis & definitie