sportief - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: spor-tief
1. wie zich voor zijn plezier lichamelijk inspant
♢ Jan is erg sportief: hij voetbalt en hij tennist
2. wie goed tegen zijn verlies kan
♢ het is sportief om de winnaar na afloop een hand te geven
1. het sportief opvatten
[niet haatdragend zijn]
3. wat gemakkelijk zit en vlot staat
♢ wat een sportieve trui draagt die Jasper weer
Bijvoeglijk naamwoord: spor-tief
... is sportiever dan ...
het sportiefst
de/het sportieve ...
iets sportiefs
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk