snijden - onregelmatig werkwoord
uitspraak: snij-den
1. met een scherp voorwerp eraf halen
♢ zij sneed het brood in stukken
1. snijdende kou
[felle kou]
2. elkaar kruisen
♢ deze lijnen snijden elkaar
3. inhalen en snel naar rechts gaan
♢ de automobilist sneed mij
Onregelmatig werkwoord: snij-den
ik snij
jij/u snijdt
hij/zij snijdt
wij/zij/jullie snijden
ik/jij/u/hij/zij sneed
wij/zij/jullie sneden
hij heeft gesneden
de/het/een gesneden ....
snijdend, snijdende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.