schuilgaan - onregelmatig werkwoord
uitspraak: schuil-gaan
1. erachter verborgen zijn
♢ haar gezicht ging schuil achter een grote bos haar
Onregelmatig werkwoord: schuil-gaan
ik ga schuil (... ik schuilga)
jij/u gaat schuil (... jij schuilgaat)
hij/zij gaat schuil (... hij schuilgaat)
wij/zij/jullie gaan schuil (... wij schuilgaan)
ik/jij/u/hij/zij ging schuil (... ik schuilging)
wij/zij/jullie gingen schuil (... wij schuilgingen)
hij is schuilgegaan
schuilgaand, schuilgaande
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk