samenwerken - regelmatig werkwoord
uitspraak: sa-men-wer-ken
1. gemeenschappelijk aan dezelfde taak werken
♢ als we samenwerken kunnen we veel bereiken
Regelmatig werkwoord: sa-men-wer-ken
ik werk samen (... ik samenwerk)
jij/u werkt samen (... jij samenwerkt)
hij/zij werkt samen (... hij samenwerkt)
wij/zij/jullie werken samen (... wij samenwerken)
ik/jij/u/hij/zij werkte samen (... ik samenwerkte)
wij/zij/jullie werkten samen (... wij samenwerkten)
hij heeft samengewerkt
de/het/een samengewerkte ....
samenwerkend, samenwerkende
Gepubliceerd op 14-11-2017
samenwerken
betekenis & definitie