rijden - onregelmatig werkwoord
uitspraak: rij-den
1. vooruit komen
♢ deze auto kan niet meer rijden
2. in een voertuig vervoeren
♢ kun jij mij naar huis rijden?
3. besturen van een auto
♢ ?
Onregelmatig werkwoord: rij-den
ik rij(d)
jij/u rijdt
hij/zij rijdt
wij/zij/jullie rijden
ik/jij/u/hij/zij reed
wij/zij/jullie reden
hij heeft gereden
de/het/een gereden ....
rijdend, rijdende
Synoniemen
autorijden, chaufferen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk