pro - bijwoord, woorddeel, zelfstandig naamwoord
1. ervóór zijn
♢ ik ben pro deze maatregel
1. pro-Amerikaans
[eens met de Amerikaanse aanpak]
1. voor
♢ pro-Amerikaans = voor Amerika
1. punt in het voordeel
♢ het is een pro dat Derek gestudeerd heeft
Bijwoord: pro
Woorddeel: pro-
Zelfstandig naamwoord: pro
het pro
de pro's
Tegenstellingen
anti-, contra-
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk