printen - regelmatig werkwoord
uitspraak: prin-ten
1. afdrukken met een printer
♢ zal ik dit lijstje even voor je printen?
Regelmatig werkwoord: prin-ten
ik print
jij/u print
hij/zij print
wij/zij/jullie printen
ik/jij/u/hij/zij printte
wij/zij/jullie printten
hij heeft geprint
de/het/een geprinte ....
Synoniemen
uitprinten
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk