positief

betekenis & definitie

positief - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: po-si-tief

1. zeker dat het juist is
♢ ik weet positief dat hij gelijk heeft
2. goedkeurend of instemmend
♢ hij reageerde positief op mijn voorstel
1. positieve discriminatie
[bepaalde groepen krijgen een voorkeursbehandeling]
3. wie alleen het goede doet of benadrukt
♢ hij levert een positieve bijdrage
4. groter dan nul
♢ 3 is een positief getal
1. een positief saldo
[een overschot]

Bijvoeglijk naamwoord: po-si-tief
... is positiever dan ...
het positiefst
de/het positieve ...
iets positiefs

Synoniemen
absoluut, beslist, ongetwijfeld, ronduit, stellig

Tegenstellingen
negatief