Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

politiek

betekenis & definitie

politiek - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: po-li-tiek

1. op een weloverwogen manier
dat heb je niet erg politiek aangepakt
2. wat te maken heeft met de politiek
♢ ze maakte het plan bekend in een politiek café
1. politiek asiel
[waarbij je toestemming krijgt om in een land te blijven]
2. politiek correct
[in overeenstemming met wat de meeste mensen juist vinden]
3. een politieke gevangene
[die vanwege zijn politieke voorkeur gevangen zit]
4. een politiek vacuüm
[situatie waarin er geen regering is die besluiten kan nemen]
5. politieke zelfmoord
[door eigen toedoen een eind maken aan je politieke carrière]

1. geheel van beginselen en regels van een bestuur
♢ wij hebben de politiek dat nieuwkomers onderaan de ladder beginnen
2. beleid van de regering
♢ de buitenlandse politiek van dit land is nogal behoudend
3. de gezamenlijke politici
♢ de politiek laat zich hier niet over uit

Bijvoeglijk naamwoord: po-li-tiek
de/het politieke ...
iets politieks

Zelfstandig naamwoord: po-li-tiek
de politiek

Synoniemen
diplomatiek, tactisch