Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

permanent

betekenis & definitie

permanent - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: per-ma-nent

1. de hele tijd
dit huis is geschikt voor permanente bewoning
2. niet tijdelijk
♢ hij hoort tot de permanente vertegenwoordiging van de regering

1. de hele tijd
♢ dat proces gaat permanent door

1. kunstmatige krullen die lang in je haar blijven zitten
♢ ze is naar de kapper voor een permanentje

Bijvoeglijk naamwoord: per-ma-nent
de/het permanente ...
iets permanents

Zelfstandig naamwoord: per-ma-nent
de of het permanent
het permanentje

Synoniemen
blijvend, chronisch, continu, doorlopend, gedurig, onafgebroken, permanent

Tegenstellingen
nimmer, nooit

Bijwoord: per-ma-nent

Synoniemen
chronisch, continu, doorlopend, gedurig, onafgebroken, permanent

Tegenstellingen
nimmer, nooit