periodiek

betekenis & definitie

periodiek - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: pe-ri-o-diek

1. wat regelmatig gebeurt
♢ dat blad verschijnt periodiek
1. een periodieke overschrijving
[het overmaken van geld op vaste tijden]

1. boekje met wisselende inhoud, dat regelmatig verschijnt
♢ deze uitgever komt met een nieuwe periodiek op de markt

Bijvoeglijk naamwoord: pe-ri-o-diek
de/het periodieke ...

Zelfstandig naamwoord: pe-ri-o-diek
de of het periodiek
de periodieken
het periodiekje

Synoniemen
blad, tijdschrift