opvijzelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-vij-ze-len
1. het met allerlei middelen beter maken
♢ hij heeft zijn conditie weer wat opgevijzeld
Regelmatig werkwoord: op-vij-ze-len
ik vijzel op (... ik opvijzel)
jij/u vijzelt op (... jij opvijzelt)
hij/zij vijzelt op (... hij opvijzelt)
wij/zij/jullie vijzelen op (... wij opvijzelen)
ik/jij/u/hij/zij vijzelde op (... ik opvijzelde)
wij/zij/jullie vijzelden op (... wij opvijzelden)
hij heeft opgevijzeld
de/het/een opgevijzelde ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk