optutten - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-tut-ten
1. jezelf mooi aankleden en opmaken
♢ Nikky heeft zich opgetut voor het feest
Regelmatig werkwoord: op-tut-ten
ik tut op (... ik optut)
jij/u tut op (... jij optut)
hij/zij tut op (... hij optut)
wij/zij/jullie tutten op (... wij optutten)
ik/jij/u/hij/zij tutte op (... ik optutte)
wij/zij/jullie tutten op (... wij optutten)
hij heeft opgetut
de/het/een opgetutte ....
Synoniemen
optuigen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk