opboksen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-bok-sen
1. met veel moeite ergens tegenin gaan
♢ als leraar moet je soms opboksen tegen de desinteresse van leerlingen
Regelmatig werkwoord: op-bok-sen
ik boks op (... ik opboks)
jij/u bokst op (... jij opbokst)
hij/zij bokst op (... hij opbokst)
wij/zij/jullie boksen op (... wij opboksen)
ik/jij/u/hij/zij bokste op (... ik opbokste)
wij/zij/jullie boksten op (... wij opboksten)
hij heeft opgebokst
opboksend, opboksende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk