ontwaren

betekenis & definitie

ontwaren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ont-wa-ren

1. het met je ogen waarnemen
♢ in het vage licht ontwaarde ik een man met hoed
2. het je bewust zijn, het in de gaten hebben
♢ pas toen ontwaarde ik waar ik was

Regelmatig werkwoord: ont-wa-ren
ik ontwaar
jij/u ontwaart
hij/zij ontwaart
wij/zij/jullie ontwaren
ik/jij/u/hij/zij ontwaarde
wij/zij/jullie ontwaarden
hij heeft ontwaard
de/het/een ontwaarde ....

Synoniemen
aanschouwen, beseffen, realiseren, stilstaan, zien

Tegenstellingen
wanen