ontruimen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ont-rui-men
1. de aanwezigen er wegsturen
♢ het pand van de krakers werd door de politie ontruimd
2. de spullen eruit halen
♢ ik heb de kast helemaal ontruimd
Regelmatig werkwoord: ont-rui-men
ik ontruim
jij/u ontruimt
hij/zij ontruimt
wij/zij/jullie ontruimen
ik/jij/u/hij/zij ontruimde
wij/zij/jullie ontruimden
hij heeft ontruimd
de/het/een ontruimde ....
Tegenstellingen
inruimen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk