ontfutselen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ont-fut-se-len
1. heimelijk, stiekem van iemand afnemen
♢ ik probeer hem die gave sjaal te ontfutselen
1. iemand een geheim ontfutselen
[zorgen dat hij zijn geheim aan je vertelt]
Regelmatig werkwoord: ont-fut-se-len
ik ontfutsel
jij/u ontfutselt
hij/zij ontfutselt
wij/zij/jullie ontfutselen
ik/jij/u/hij/zij ontfutselde
wij/zij/jullie ontfutselden
hij heeft ontfutseld
de/het/een ontfutselde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
ontfutselen
betekenis & definitie