objectief - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: ob-jec-tief
1. wie alleen op de feiten let
♢ deze journalist is erg objectief
2. wat zich beperkt tot de feiten
♢ het nieuws over de verkiezingen is objectief weergegeven
3. zonder partij te kiezen
♢ ik sta objectief in dit conflict, ik heb mijn eigen mening
1. lenzenstelsel van een microscoop, fototoestel of verrekijker
♢ met een ander objectief kun je deze foto wel maken
Bijvoeglijk naamwoord: ob-jec-tief
... is objectiever dan ...
het objectiefst
de/het objectieve ...
iets objectiefs
Zelfstandig naamwoord: ob-jec-tief
het objectief
de objectieven
het objectiefje
Synoniemen
onbevangen
Gepubliceerd op 30-11-2017
objectief
betekenis & definitie