na - voorzetsel, voegwoord, bijwoord
1. later dan
♢ de biologieles komt na de sportles
1. na u
[ga uw gang]
2. wat eten we na?
[als toetje]
2. met uitzondering van
♢ op een tientje na heb ik alles betaald
Algemene uitdrukkingen:
1. ik heb bij lange na niet genoeg gegeten
[veel te weinig]
2. hij houdt er een sportwagen op na
[die bezit hij]
Voorzetsel: na
Voegwoord: na
Bijwoord: na
Tegenstellingen
alvorens, voor, vooraleer, voordat
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk