meedoen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: mee-doen
1. samen met anderen iets doen
♢mag ik meedoen met dat spel?
Onregelmatig werkwoord: mee-doen
ik doe mee (... ik meedoe)
jij/u doet mee (... jij meedoet)
hij/zij doet mee (... hij meedoet)
wij/zij/jullie doen mee (... wij meedoen)
ik/jij/u/hij/zij deed mee (... ik meedeed)
wij/zij/jullie deden mee (... wij meededen)
hij heeft meegedaan
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.