mannelijk

betekenis & definitie

mannelijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: man-ne-lijk

1. met de eigenschappen van een man
♢zij kleedt zich altijd nogal mannelijk
2. wie of wat met zaad kan bevruchten
♢deze plant is van het mannelijke geslacht
3. wat hoort bij de naamwoorden waar je met 'hij' naar verwijst
♢'computer' is een mannelijk woord

Bijvoeglijk naamwoord: man-ne-lijk
... is mannelijker dan ...
het mannelijkst
de/het mannelijke ...
iets mannelijks

Tegenstellingen
vrouwelijk, vrouwelijk, vrouwelijk