leeuw - zelfstandig naamwoord
1. roofdier met goudgele pels
♢ sommige mensen beschouwen de leeuw als de koning der dieren
1. zo moedig als een leeuw
[heel erg moedig]
2. vechten als een leeuw
[moedig en onverschrokken]
3. goed gebruld, leeuw!
[ironische reactie als iemand zijn macht heeft laten gelden]
4. leeuwen (of beren) op de weg zien
[zich druk maken over denkbeeldige gevaren]
5. iemand voor de leeuwen gooien
[zonder hulp blootstellen aan moeilijke omstandigheden]
Zelfstandig naamwoord: leeuw
de leeuw
de leeuwen
het leeuwtje
Gepubliceerd op 14-11-2017
leeuw
betekenis & definitie