kosten - regelmatig werkwoord
uitspraak: kos-ten
1. hoeveel geld je ervoor moet betalen
♢ hoeveel kost dit horloge?
1. dat gaat hem geld kosten
[daar zal hij veel geld aan kwijt zijn]
2. wat gevraagd wordt omdat het nodig is
♢ opstaan kost veel moeite
Regelmatig werkwoord: kos-ten
ik kost
jij/u kost
hij/zij kost
wij/zij/jullie kosten
ik/jij/u/hij/zij kostte
wij/zij/jullie kostten
hij heeft gekost
Synoniemen
bedragen, vereisen, vergen
Tegenstellingen
binnenbrengen, opbrengen, opleveren, terugbetalen
Gepubliceerd op 14-11-2017
kosten
betekenis & definitie