kopen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ko-pen
1. het krijgen in ruil voor geld
♢ ik koop een nieuwe jas
1. dat huis is te koop
[je kunt het kopen]
2. wat koop ik daarvoor?
[wat heb ik daaraan?]
Onregelmatig werkwoord: ko-pen
ik koop
jij/u koopt
hij/zij koopt
wij/zij/jullie kopen
ik/jij/u/hij/zij kocht
wij/zij/jullie kochten
hij heeft gekocht
de/het/een gekochte ....
kopend, kopende
Tegenstellingen
afzetten, omzetten, verhandelen, verkopen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.