jennen - regelmatig werkwoord
uitspraak: jen-nen
1. gemeen plagen
♢ ze jennen die jongen met de rode haren voortdurend
Regelmatig werkwoord: jen-nen
ik jen
jij/u jent
hij/zij jent
wij/zij/jullie jennen
ik/jij/u/hij/zij jende
wij/zij/jullie jenden
hij heeft gejend
de/het/een gejende ....
jennend, jennende
Synoniemen
kwellen, opfokken, pesten, sarren, tergen, treiteren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk