jagen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ja-gen
1. dieren achternazitten om ze te vangen of te doden
♢ ze joegen op wilde eenden
2. ze dwingen een bepaalde kant op de gaan
♢ de boer joeg de koeien de schuur in
3. snel gaan, snel bewegen
♢ de wolken joegen voorbij
Onregelmatig werkwoord: ja-gen
ik jaag
jij/u jaagt
hij/zij jaagt
wij/zij/jullie jagen
ik/jij/u/hij/zij jaagde of joeg
wij/zij/jullie jaagden of joegen
hij heeft gejaagd
jagend, jagende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk