huizen - regelmatig werkwoord
uitspraak: hui-zen
1. er je woning hebben
♢ zij huist tegenwoordig in de binnenstad
Regelmatig werkwoord: hui-zen
ik huis
jij/u huist
hij/zij huist
wij/zij/jullie huizen
ik/jij/u/hij/zij huisde
wij/zij/jullie huisden
hij heeft gehuisd
huizend, huizende
Synoniemen
huisvesten, wonen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk