groei - zelfstandig naamwoord
1. steeds groter of beter worden
♢ de groei van de club is enorm
1. op de groei gekocht
[zo groot, dat je er nog in kunt groeien]
2. persoonlijke groei
[innerlijk sterker worden]
Zelfstandig naamwoord: groei
de groei
Synoniemen
opgang, opkomst
Tegenstellingen
ondergang, val, verderf
Gepubliceerd op 14-11-2017
groei
betekenis & definitie