getal - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-tal
1. nummer van een of meer cijfers
♢ noem een getal onder de tien
1. in groten getale kwamen de mensen erop af
[er kwamen veel mensen]
2. cijfer of combinatie van cijfers waarmee je een aantal of hoeveelheid aangeeft
♢ er zaten drie mensen op de bank
3. het grammaticale enkelvoud of meervoud
♢ in de zin 'Bennie loopt op straat' is het getal van het werkwoord enkelvoud
Zelfstandig naamwoord: ge-tal
het getal
de getallen
het getalletje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk