getal - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-tal
1. nummer van een of meer cijfers
♢ noem een getal onder de tien
1. in groten getale kwamen de mensen erop af
[er kwamen veel mensen]
2. cijfer of combinatie van cijfers waarmee je een aantal of hoeveelheid aangeeft
♢ er zaten drie mensen op de bank
3. het grammaticale enkelvoud of meervoud
♢ in de zin 'Bennie loopt op straat' is het getal van het werkwoord enkelvoud
Zelfstandig naamwoord: ge-tal
het getal
de getallen
het getalletje
Gepubliceerd op 14-11-2017
getal
betekenis & definitie
Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie.