geslacht - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-slacht
1. alle bloedverwanten samen: vader, moeder, etc.
♢ hij stamt uit een oud en voornaam geslacht
2. mannelijke of vrouwelijke soort
♢ de koe is een dier van het vrouwelijke geslacht
1. het zwakke geslacht
[de vrouwen]
3. orgaan dat nodig is voor de voortplanting
♢ zijn geslacht kreeg ik niet te zien
Zelfstandig naamwoord: ge-slacht
het geslacht
de geslachten
Synoniemen
familie, genitaliën, geslachtsdeel, geslachtsorgaan, sekse, stam
Gepubliceerd op 14-11-2017
geslacht
betekenis & definitie