gebruikelijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ge-brui-ke-lijk
1. wat veel voorkomt of gebruikt wordt
♢ het is gebruikelijk om met mes en vork te eten
1. het gebruikelijke recept
[zoals het al vaak geweest is]
2. zoals gebruikelijk
[volgens de gewoonte]
Bijvoeglijk naamwoord: ge-brui-ke-lijk
... is gebruikelijker dan ...
het gebruikelijkst
de/het gebruikelijke ...
Synoniemen
courant, doorsnee, gangbaar, gewoon, normaal, normaliter
Tegenstellingen
alternatief, apart, bijzonder, creatief, fantasierijk, ongewoon, origineel, speciaal, vreemdsoortig
Gepubliceerd op 14-11-2017
gebruikelijk
betekenis & definitie