Muiswerk Educatief Nederlands woordenboek voor onderwijs Gepubliceerd op 14-11-2017 foutloos betekenis & definitie foutloos - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: fout-loos 1. zonder fouten ♢ je hebt dit dictee foutloos gemaakt Bijvoeglijk naamwoord: fout-loos de/het foutloze ... Gerelateerd Alles over foutloos Synoniemen van foutloos Lukraak woord Uitgelicht