fatsoenlijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: fat-soen-lijk
1. met goede manieren, zoals het hoort
♢ hij gedraagt zich altijd fatsoenlijk
1. met goed fatsoen
[als je niet uit de toon wilt vallen]
2. er fatsoenlijk van kunnen leven
[met een zekere luxe]
2. aardig, niet uitzonderlijk
♢ je kunt er geen fatsoenlijke koffie krijgen
Bijvoeglijk naamwoord: fat-soen-lijk
... is fatsoenlijker dan ...
het fatsoenlijkst
de/het fatsoenlijke ...
iets fatsoenlijks
Synoniemen
behoorlijk, beschaafd, correct, gepast, keurig, netjes, redelijk, voorkomend, zedelijk
Tegenstellingen
onbehoorlijk, onfatsoenlijk
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk