duizelig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: dui-ze-lig
1. met een draaierig gevoel alsof je gaat vallen
♢ ik werd duizelig toen ik naar beneden keek
Bijvoeglijk naamwoord: dui-ze-lig
... is duizeliger dan ...
het duizeligst
de/het duizelige ...