conflict - zelfstandig naamwoord
uitspraak: con-flict
1. toestand van kwaad zijn op elkaar
♢ hij praat niet meer met zijn broer, ze hebben een conflict
Zelfstandig naamwoord: con-flict
het conflict
de conflicten
het conflictje
Synoniemen
bonje, geschil, heibel, meningsverschil, onenigheid, ongenoegen, onvrede, ruzie, stront, twist, verdeeldheid, wrijving
Tegenstellingen
genoegen, harmonie
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.