Muiswerk Educatief Nederlands woordenboek voor onderwijs Gepubliceerd op 14-11-2017 buurman betekenis & definitie buurman - zelfstandig naamwoord uitspraak: buur-man 1. wie naast je woont of zit of staat ♢ de tuin van de buurman grenst aan onze tuin Zelfstandig naamwoord: buur-man de buurman de buurmannen het buurmannetje Gerelateerd Alles over buurman Synoniemen van buurman Spelling buurman Spreekwoorden met buurman Lukraak woord Uitgelicht