Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

braaf

betekenis & definitie

braaf - bijvoeglijk naamwoord

1. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg
♢ onze hond is altijd braaf
1. een brave Hendrik
[iemand die akelig braaf is]
2. met een goed karakter
♢ er wonen allemaal brave mensen in dit dorp
1. een brave borst
[een goeie kerel]

Bijvoeglijk naamwoord: braaf
... is braver dan ...
het braafst
de/het brave ...
iets braafs

Synoniemen
gehoorzaam, goedaardig, goedig, goedmoedig, lief, zoet

Tegenstellingen
ondeugend, ongehoorzaam, stout

< >