box - zelfstandig naamwoord
1. vloertje met rek eromheen voor kleine kinderen
♢ als je die baby in de box zet, kan hij nergens heen
2. kastje met luidspreker erin
♢ bij de nieuwe geluidsinstallatie horen twee grote boxen
3. hok voor paard
♢ bij deze manege horen twintig boxen
4. berghok bij flat
♢ heb je je fiets in de box gezet?
Zelfstandig naamwoord: box
de box
de boxen
het boxje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk