boren - regelmatig werkwoord
uitspraak: bo-ren
1. ergens een gat in maken
♢ hij boorde een gat in de muur
1. iemand de grond in boren
[vernietigende kritiek op hem hebben]
Regelmatig werkwoord: bo-ren
ik boor
jij/u boort
hij/zij boort
wij/zij/jullie boren
ik/jij/u/hij/zij boorde
wij/zij/jullie boorden
hij heeft geboord
de/het/een geboorde ....
borend, borende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk