beschadigen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-scha-di-gen
1. (een beetje) kapot gaan of kapot maken
♢ de muur is beschadigd door die openslaande deur
Regelmatig werkwoord: be-scha-di-gen
ik beschadig
jij/u beschadigt
hij/zij beschadigt
wij/zij/jullie beschadigen
ik/jij/u/hij/zij beschadigde
wij/zij/jullie beschadigden
hij heeft beschadigd
de/het/een beschadigde ....
beschadigend, beschadigende
Synoniemen
aantasten, havenen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk