bekorten - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-kor-ten
1. korter maken
♢ hij heeft zijn reis uiteindelijk met een week bekort
Regelmatig werkwoord: be-kor-ten
ik bekort
jij/u bekort
hij/zij bekort
wij/zij/jullie bekorten
ik/jij/u/hij/zij bekortte
wij/zij/jullie bekortten
hij heeft bekort
de/het/een bekorte ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk