begin - zelfstandig naamwoord
uitspraak: be-gin
1. wat het eerst gebeurt, wat je het eerst doet
♢ het begin van dit boek is prachtig, het einde valt tegen.
1. een goed begin is het halve werk
[als je ergens goed mee begint, is de rest niet moeilijk meer]
Algemene uitdrukkingen:
1. begin mei
[in de eerste dagen van mei]
2. in het begin bleef ik thuis
[eerst bleef ik thuis]
Zelfstandig naamwoord: be-gin
het begin
het beginnetje
Synoniemen
aanvang, start
Tegenstellingen
eind, einde, end, slot
Gepubliceerd op 14-11-2017
begin
betekenis & definitie