beest

betekenis & definitie

beest - zelfstandig naamwoord

1. geen plant of mens, maar wel een levend wezen
♢ de boer verzorgt zijn beesten
1. het beestje bij de naam noemen
[precies zeggen wat je denkt]
2. het is een beest van een vent
[iemand die wreed en onbeschoft is]
3. het is bij de beesten af
[uiting van verontwaardiging]
4. dat is de aard van het beestje
[een slechte eigenschap waar niets aan te doen is]
5. de beest uithangen
[zich liederlijk gedragen]

Zelfstandig naamwoord: beest
het beest
de beesten
het beestje

Synoniemen
dier